We lazen in het CPB-rapport ‘Net als thuis’ het volgende: “Een van de grondbeginselen van het vn-verdrag voor de rechten van mensen met beperkingen is zelf te kunnen kiezen waar en met wie je woont. De wens om zelf te kiezen is ook vaak een reden voor ouders van een kind met een beperking om zelf een passende woonplek voor hun zoon of dochter te realiseren als die de leeftijd heeft bereikt om het ouderlijk huis te verlaten. Ze zijn dan niet afhankelijk van het aanbod van een zorginstelling, hun toelatingscriteria en wachtlijsten, maar nemen zelf de regie.”

De mogelijkheid zelf zorg in te kopen met een persoonsgebonden budget (pgb) biedt gelegenheid tot eigen initiatief en inzicht in de kosten. Als de zorg niet bevalt, kunnen ouders iemand anders inhuren. De bewoner hoeft daarvoor niet te verhuizen. De meeste groepen zijn opgezet voor mensen met een verstandelijke of meervoudige beperking en met autisme (met of zonder verstandelijke beperking). Ouders die zelf een woonvorm opzetten voor hun kinderen met een beperking zien het teruglopen van financiële middelen en inperking van de eigen regie als grootste bedreiging voor de toekomst.

Door de uitkomsten van dat rapport maakte Zoetermeer Vooruit zich zorgen en heeft een aantal vragen aan het college gesteld. In het kort komt het (volgens het college) op het volgende neer voor Zoetermeer.

In Zoetermeer hebben we diverse woonvormen voor mensen met een beperking. Woonvormen waar langdurige zorg geleverd wordt, vallen onder de Wet langdurige zorg (Wlz). De Wlz wordt door het CIZ geïndiceerd en door het zorgkantoor uitgevoerd. Woonvormen voor de GGZdoelgroep worden op grond van de Wmo 2015 gefinancierd en vallen onder de voorziening Beschermd Wonen. Beschermd Wonen wordt door een aantal centrumgemeenten uitgevoerd en gefinancierd, voor Zoetermeer is dat centrumgemeente Den Haag. Er zijn geen woonvormen die door de gemeente Zoetermeer via de Wmo gefinancierd worden.

In de Wmo 2015 bestaat keuzevrijheid om een voorziening in natura of in een persoonsgebonden budget (PGB) te verstrekken. De gemeente Zoetermeer vindt deze keuzevrijheid belangrijk. Inwoners van Zoetermeer die een individuele voorziening op grond van de Wmo krijgen, hebben keuzevrijheid om de voorziening in natura of in een PGB te verzilveren, mits dat binnen het PGB-beleid van de gemeente past.

Het zorgkantoor of centrumgemeente Den Haag is verantwoordelijk voor de financiering en dus ook voor een eventuele wooninitiatieventoeslag. De gemeente Zoetermeer verleent daarom geen wooninitiatieventoeslag

Het beoordelen van een zorgindicatie is altijd maatwerk. Afhankelijk van de zorgbehoefte van een individuele cliënt kan een nieuwe indicatie gelijk blijven, lager óf hoger worden. De Wmo 2015 stelt geen maximaal aantal jaar aan het toekennen van een indicatie. Een indicatie voor ondersteuning wordt in de praktijk niet levenslang afgegeven, omdat de mate van zelfredzaamheid en zelfstandigheid van mensen kan veranderen.

De complete informatie (vragen plus antwoorden) is hier te vinden: https://bit.ly/2wyihOE